Hunkeren naar Hoop
Geloof

Hunkeren naar Hoop

In het jaar 1926 wordt in de havenstad Hamburg een jongetje geboren, Jürgen. Zijn ouders behoren tot de gegoede burgerij. Kunst en muziek zijn onderdeel van de familie, religie niet. Als Jürgen zestien jaar is, wordt Hamburg tijdens de geallieerde ‘operatie Gomorra’ letterlijk in de as gelegd. Even later wordt hij opgeroepen voor het leger. Bij gebrek aan mankracht maakt de Wehrmacht in het laatste oorlogsjaar gebruik van tieners. Als in 1945 de capitulatie wordt getekend, kunnen Duitse soldaten niet zomaar naar huis. Ook jongens als Jürgen worden krijgsgevangen gemaakt. Hij komt in een kamp in Engeland terecht waar hij gedurende drie jaar wordt geïnterneerd. Daar zit je dan. Je stad verwoest, je land te schande, de oorlog verloren, je jeugd afgepakt. Waarop kan je in zo’n situatie nog hopen

Opeens zag ik in dit slachtoffer
het gezicht van God.

In die tijd is er iemand die een bijbel aan Jürgen geeft. Hij begint (misschien was het een tip) met het evangelie van Marcus en leest het levensverhaal van Jezus, zijn proces en zijn gang naar het kruis. Als hij toe is aan de passage waarin Jezus uitschreeuwt: ‘Mijn God, waarom heb Jij mij verlaten?’ – voelt Jürgen zich gezien en begrepen. “Op dat moment is die Jezus mijn grote broer geworden”, vertelt hij later. “Ik had ook geen keuze. Mijn leven voelde hopeloos. Opeens zag ik in dit slachtoffer het gezicht van God. Ik geloofde de boodschap: dat God zich verbindt met het menselijk lijden. Dan is er ook hoop voor mij, wist ik meteen.”

In 1948 keert Jürgen Moltmann terug naar Duitsland om in Göttingen theologie te studeren. Hij wordt al snel professor en schrijft in 1964 één van de belangrijkste theologische boeken van de 20ste eeuw. De titel: theologie van de hoop. Geen gemakkelijk boek. Ik heb het meerdere malen geprobeerd te lezen, maar het is me nooit echt gelukt. Dat komt ook doordat Moltmann dit boek als respons schreef op ‘Hoop als principe’, een boek van de marxistische filosoof Ernst Bloch.

Misschien dat Moltmann ook zelf bedacht: het kan nog wel wat duidelijker. Andere boeken van Moltmann lezen als een trein (al moet je nog steeds van theologie houden natuurlijk). In mijn kast staat een klein boekje dat hij nog na zijn 90ste schreef, toen zijn vrouw was gestorven en hij zich heel persoonlijk uitsprak over wat dat met hem deed. Ook dat is in de kern een heel hoopvol boekje. Moltmann was consequent. De hoop is een grondthema in alles wat hij zegt. Tweemaal heb ik hem in Amsterdam horen spreken (voor theologen voelde dat alsof Albert Einstein op bezoek kwam). Daar citeerde hij de Nederlandse theoloog Van Ruler, die ooit zei: “Als ik een roos ruik, ruik ik het koninkrijk van God.” Vorige week, op 3 juni, stierf Jürgen Moltmann, 98 jaar oud. Het ontroerde me, omdat ik wist hoe zijn leven was begonnen. Een leven dat feitelijk op zijn 19e al voorbij was, kreeg een wonderlijke wending. Bijna acht decennia was hij een invloedrijke hoop-brenger in de wereld, met name in Latijns-Amerika en in Azië (Japan en Zuid-Korea). Ik schrijf deze regels om hem te eren. En ik wil ermee laten zien dat de beste hoopbrengers bestaan in de vorm van verhalen. Levensechte verhalen van levensechte mensen.

Als theoloog heb ik vooral van Moltmann geleerd dat theologisch spreken per definitie hoopvol moet zijn. Theologie brengt goed nieuws – of het is irrelevant. Voor mij dus een bijzonder moment dat ik vlak na Moltmanns dood mijn nieuwe boek HOOP mocht presenteren. Óns boek, moet ik zeggen, want toekomstonderzoeker Jeanneke Scholtens is mijn gewaardeerde co-auteur. Zij beweegt vanuit de trends naar de zin, ik stuit vanuit de zin op de trends, en dat is een creatief proces waar we allebei veel plezier in hebben. Jeanneke kwam mij vier jaar geleden op het spoor toen ik een ‘missionaire trendrede’ uitbracht – over de kansen voor de kerk. Twee jaar geleden deed ik dat opnieuw en eind 2023 besloten Jeanneke en ik: nu schrijven we zoiets een keer samen. Al snel bleek er in de wirwar van trends één hele dominante te zijn: de hunkering naar hoop. In een wereld vol geopolitiek geweld, klimaatstress en polarisatie is er méér nodig dan een gadget zus of een trendje zo. Er is iets diepers nodig. Dat staat in vrijwel ieder trendrapport. Maar wat? Iets dat met zin en goede moed en handelingsperspectief te maken heeft. En dat tegelijk heel praktisch is. HOOP dus. Ons boek is voor een breed publiek geschreven. Het biedt in die zin méér dan ‘theologie van de hoop’. Maar mijn theologisch perspectief en mijn persoonlijke ideeën over hoop resoneren er in mee. Het kader voor het boek ontwierpen we op één lange ochtend op Jeanneke’s kantoor.

Ik heb geleerd dat theologisch spreken
per definitie hoopvol moet zijn.

Er staat volgens mij geen letterlijke bijbeltekst in dit boek, behalve een zin uit een brief van de apostel Petrus, uit het Nieuwe Testament. Daarin spoort hij mensen die pas christen zijn geworden aan om ‘altijd bereid te zijn om iets te delen van de hoop die in je leeft’. Ik denk bij die zin een paar dingen:

En nu maar hopen…dat het boek goed gelezen en gedeeld wordt! 

Geloof
Gerelateerde artikelen
Zondags ging(en) zij naar de kerk
Geloof
Zondags ging(en) zij naar de kerk

Misschien ben jij ook een Kortjakje. Zondags ga je naar de kerk (boeken en zilverwerk hoeft niet meer want beamers). Maar ik ken ook heel wat mensen die in de verleden spreken: ‘s zondags ging ik naar de kerk. Dan heb je de jas van Kortjakje uitgedaan. Ik praat tientallen keren per jaar met iemand die me vertelt dat hij of zij vroeger of later is gestopt en waarom.

lees meer
De kerk in het tijdperk Schoof
Geloof
De kerk in het tijdperk Schoof

De Amerikaanse theoloog Stanley Hauerwas levert al decennia scherpe kritiek op hoe ‘Amerika’ en ‘christen-zijn’ met elkaar worden geïdentificeerd, om te beginnen door veel Amerikaanse christenen. Deze gelijkstelling gaat Hauerwas veel te snel. In de kern is die identificatie zelfs heel ónchristelijk, meent hij. Daarmee brengt hij een boodschap die net zo moeilijk ligt bij de – naar eigen zeggen presbyteriaanse – Donald Trump als bij de overtuigd katholieke Joe Biden, en bij de grote meerderheid van hun kiezers.

lees meer
Mag het wat trager
Geloof
Mag het wat trager

Zou onze samenleving ook op andere vlakken topsnelheden bereiken, een punt waarna het niet meer sneller kan? En wat vinden we daarvan? Proberen we die onmogelijke barrière dan toch te nemen? Of slaan we een andere richting in? Wat als ik als mens mijn topsnelheid heb bereikt, fysiek, sociaal of in mijn carrière?

lees meer