Catch me if you can
Geloof

Catch me if you can

Catch me if you can – is een film van Steven Spielberg (2002) waarin Leonardo di Caprio de rol van Frank speelt. Frank is een handige bliksem of beter gezegd: een oplichter. Hij doet zich achtereenvolgens voor als piloot, dokter en advocaat en maakt op die manier mensen geld afhandig. De FBI zit voortdurend achter hem aan maar Frank blijft ongrijpbaar. In goed Nederlands is ‘catch me if you can’ zoiets als ‘pak me dan als je kan, je kan me toch niet krijgen’.

Catch me if you can is ook een cultuurideaal geworden. Mensen laten zich in onze tijd niet graag vangen. Je wilt niet in een hokje geplaatst worden. Je wilt vooral jezelf zijn. Je eigen gang gaan. Van rol kunnen verwisselen. Je eigen keuzes maken, op basis van voorkeuren die soms per dag kunnen verschillen. We zijn vandaag allemaal een beetje ‘Frank’. Tegelijk is er nog nooit zoveel gehengeld naar ons soort mensen. Alle moderne vormen van media en marketing zijn bezig met ‘catch’. Hoe trek ik jouw aandacht? Hoe vind ik gehoor? Hoe blijf ik in beeld? Hoe kan ik je triggeren? Ergens toe aanzetten? Je verleiden? Je interesseren voor mijn product of bedrijf of beweging? Dat wordt vaak ‘de reis van de klant’ genoemd maar ook wel ronduit klantenbinding – een uitdrukking die nog sterker is dan ‘klanten vangen’. De markteconomie zoals wij die kennen laat zich vergelijken met een enorme vijver.

De beste mensenvangers van onze tijd worden vandaag de dag ‘big tech’ genoemd. Er werd veel over gesproken hoe zij afgelopen maandag prominent aanwezig waren in het Capitool. Zij hebben iets heel erg goed gedaan. Ze ontwikkelden producten die onze communicatie een stuk makkelijker hebben gemaakt. Deze diensten werden en worden als ‘tech’ gepresenteerd: innovatief, handig, een stap vooruit. Zolang we het zo kunnen framen, hoeven we niet te praten over waarden, ethiek en menselijke maat. We zijn ‘gewoon’ een tech bedrijf. Ondertussen worden we al jaren gewaarschuwd dat big tech ook ‘big money’ is. Catch en verdienmodel betekent bijna hetzelfde. Hoe langer je op mijn platform rondhangt, des te meer ik aan je verdien én je ondertussen kan beïnvloeden. Dat verkiezingen – of ze nu in Rusland, Nederland of in de Verenigde Staten worden gehouden – steeds meer op social media worden gewonnen of verloren, leren we stapje voor stapje. Maar nu met name Elon Musk zich als ‘first buddy’ presenteert, zich openlijk rechts-extremistisch uitlaat en zich bovendien dagelijks uitspreekt over hoe de regering van zowel Groot-Brittannië als Duitsland per direct moet oprotten, nu kan niemand er meer omheen. Musk bood anderhalf uur zendtijd aan Alice Weidel, de partijleider van Alternative für Deutschland (AfD). Die partij scoort de laatste weken stabiel boven de 20 procent in de peilingen. Duitsland kiest half februari een nieuw parlement.

Het probleem zit meer aan
de kant van de vissen.

Geen Tesla meer kopen dus, zei iemand. Was het maar zo simpel. Musk heeft inmiddels invloed op álle beslissingen van de Amerikaanse regering. Zelf ben ik al een tijd niet meer actief op Facebook, onder andere omdat ik geen zin had om Zuckerbergs verdienmodel te voeden. Maar ik was er ook wel een beetje uitgekeken. Ik maak veelvuldig gebruik van Whatsapp (van Meta, dus ik winkel nog steeds bij Mark) en Linkedin (van Microsoft). Toch voel ik me daar minder happy mee dan een jaar geleden. Ik zou een groot deel van mijn werkwijze moeten aanpassen als ik vandaag die sociale platforms zou laten liggen. Ik ben er toch een beetje ingezwommen, zo voelt dat. Of in de woorden van Arjen Lubach: “Ze graven een tunneltje voor je, waar je steeds dieper in vast komt te zitten.” Hij liet in zijn slotaflevering overtuigend zien hoe algoritmes de beste ‘mensenvangers’ van deze tijd zijn. Het grote probleem van deze tijd zijn niet de vissers. Ze catchen en ze cashen, bij miljoenen en miljarden. Het probleem zit meer aan de kant van de vissen. Escape me if you can.

Maar hoe nieuw is dit? De evangeliën bevatten een verhaal waarin Jezus langs het strand loopt, aan het meer van Galilea. Hij vangt de aandacht van vier vissers, doet ze een aantrekkelijk voorstel en kijk, ze happen toe. Voortaan gaan ze vissen op mensen – want dat is de aanbieding. Als kind vond ik dat volstrekt logisch en zo werd het ook altijd verteld: als Jezus je roept, zeg je geen nee. Naarmate ik ouder word, zie ik veel beter hoe bizar dit is. Alsof je tegen Caroline van der Plas zou zeggen: kom, word herder van mensen, dominee of zoiets, en dat zij dan zegt: da’s goed. Of dat iemand mij vertelt dat ik morgen kan beginnen op een visserskotter in IJmuiden, en dat ik dan zeg: ja prima.

Bijbeluitleggers zeggen dat het model ‘rondreizende leraar zoekt leerlingen’ in de oudheid algemeen bekend was. Maar in geen enkele andere bron lezen we hoe een rabbi recruitment doet onder vissers. En dat ‘vissen op mensen’ is al helemaal nergens anders te vinden. Zo’n goede uitdrukking is het natuurlijk ook niet. De woordspeling van Jezus heeft later een enorme lading gekregen. Kerk werd synoniem voor hengelen naar aandacht of financiële bijdragen, voor verborgen agenda’s en betweterij, voor zendingsdrang en zieltjes winnen. Dat werkt niet meer, zeker niet in Nederland of Amsterdam. Als ik íets regelmatig terugkrijg is het: wat fijn dat jij geen agenda hebt. Je wilt me niks aanpraten of ergens induwen. En dat klopt. Ik wil helemaal niemand vangen. Ook al omdat ik zelf geen vis wil zijn.

Toch is er in de christelijke theologie een ritueel voor ieder die bij God wil horen of misschien wel bij een kerk. Dat ritueel heet doop. Of je nu volwassen bent of kind, het komt er op neer dat iemand anders je even vasthoudt, jij een beetje spartelt en even later uit het water omhoog wordt gehaald. Opgevist dus. Wie wil er nou zoiets? Mensen die daar voor kiezen zeggen vaak iets als: maar weet je dat er sowieso op je gevist wordt. Door mensen en stemmen. Bedrijven en bewegingen. Machten en krachten. Als dat de realiteit is, kun je je maar het beste laten vangen door God. Veel mensen beleven hun doop als een bevrijding. Of in de woorden van het lied Amazing Grace: I once was lost but now am found, was blind but now I see.

De 20e eeuwse filosoof Martin Heidegger noemde de essentie van het leven geworpenheid. Je bent als een vis in een vijver gegooid. Daar spartel je wat rond. Iedereen is in die vijver op zichzelf teruggeworpen. Sommige vissen worden al snel opgevreten. Anderen ontwikkelen zich tot haai. Maar tenslotte gaat elke vis dood, of je nu Trump heet of Tim. Er zijn twee opties: zo is het nu eenmaal, dit is wat het is (dat vond Heidegger). Of: kan dit niet anders? Je zou eigenlijk naar ander, beter, zuurstofrijker, levend water gebracht moeten worden. Zo verstaat Jezus zichzelf. Op mensen vissen gaat niet over aandacht trekken, zieltjes of leden winnen. Mensen vangen is een middel voor een doel: om over te gaan naar een ander bestaan. Naar ander water.

Ik zei al dat ik eigenlijk geen vis wil zijn, zelfs niet in beeldspraak. Toch kan ik niet goed uitleggen hoe ik op Facebook, Whatsapp en Linkedin beland ben, en nog wel in een paar fuiken meer. Toen las ik een citaat van Yuval Harari, een historicus die ook één van de grote mensenvissers van deze tijd is (hij verkocht 45 miljoen boeken). “Er is wel eens gezegd dat de mens een vrije wil heeft. Dat is een mythe. De wetenschap leert ons dat het anders zit. Mensen hebben wis en zeker een wil, maar die is niet vrij. Voor de meeste dingen kun je niet kiezen. Je kunt er niet voor kiezen om introvert of extravert te zijn, makkelijk of moeilijk in de omgang, homo of hetero. Mensen maken keuzes, maar die zijn nooit onafhankelijk. Elke keuze hangt af van biologische, sociale en persoonlijke omstandigheden, waar je níet voor kiezen kunt. Ik kan kiezen wat ik vandaag wil eten en op wie ik ga stemmen, maar ook deze keuzes zijn mede bepaald door mijn genen, mijn biochemie, mijn gender, mijn familiegeschiedenis, mijn cultuur etc. – en ik heb niet gekozen welke genen of welke familie ik wil hebben. Dit is geen abstracte theorie. Kijk maar. Observeer de eerstvolgende gedachte die oppopt in je brein. Waar komt die vandaan? Was het een vrije keuze om dat te denken? Natuurlijk niet. Als je goed je eigen geest observeert, realiseer je je hoe weinig controle je hebt over wat daar aan de gang is. Je bent niet vrij om te kiezen wat je denkt, wat je voelt en wat je wilt.” Au. He caught me. Ik ben veel meer vis dan ik al dacht. Net als jij trouwens.

Dit resoneert met wie ik ben en
wat ik zoek, ik moet of wil
hier iets mee.

Een collega uit Aarhus, Denemarken, vertelde me over een onderzoek waarom er ook in een seculiere samenleving als de Deense mensen tot geloof komen, kiezen voor God en voor een kerk. Ze zei dat dit onderzoek aantoont dat er altijd sprake is van drie levels in steeds dezelfde volgorde: touch, catch, teach. Intuïtief begreep ik wat daarmee bedoeld wordt. Het gaat hier in Amsterdam en Nederland net zo. Ik spreek allerlei mensen die door iets zijn aangeraakt, een ervaring of beleving hebben die blijft hangen, iets dat stof tot nadenken vormt. Soms kom je op een volgend level. Dan wordt je ergens door gegrepen. Gevangen dus eigenlijk. Dan zeg je: hier kan ik niet meer omheen, dit dringt zich op, dit resoneert met wie ik ben en wat ik zoek, ik moet of wil hier iets mee. En meestal, zegt dat Deense onderzoek, heb je op die beide levels – touch en catch – nog nauwelijks idee van hoe en wat. Eigenlijk is er altijd ook nog uitleg nodig, teaching dus. In dit schema heeft teaching niet te maken met een waarheid die op je wordt afgevuurd of ‘ik leg het je nog één keer uit’. Teaching is een vorm van onderwijs die je beter zicht geeft op wie je bent en wat je voelt. De beste ‘teachers’ laten mensen een stukje van zichzelf beter begrijpen. Het stuk dat op dat moment al vaak ‘getouched’ en soms ‘gecatcht’ is. Het zou dus zomaar kunnen dat die vier vissers van tweeduizend jaar geleden wel eens bij zichzelf gedacht hadden: niet alleen van vissen zal een mens leven. En dat het kwartje valt als Jezus zegt: kom, ga met mij mee.

Wie wil er visser van mensen worden, vroeg Jezus in zijn tijd. Vandaag zou hij zeggen: ik zoek dokters van mensen, techneuten van mensen, software-ontwerpers van mensen, accountants van mensen, politici van mensen. Dominee van mensen. En ook: first buddy van mensen, first lady van mensen en president van mensen zijn. Omdat nu eenmaal ieder mens leeft vanuit een verlangen: touch me if you can. Catch me if you can. Teach me if you can.

Geloof
Gerelateerde artikelen
40 dagen zonder ego
Geloof
40 dagen zonder ego

Vasten van alcohol, van vlees of van online-zijn nemen toe in populariteit. Vegan is een aanbeveling in restaurant-recensies en de noodzaak voor een digital detox herkennen we allemaal (of we het doen is een ander verhaal). In een trendrapport wordt dit unpluggen genoemd, uitschakelen dus. “Mensen willen unpluggen omdat ze overweldigd raken door de constante verbinding en overstimulatie, veroorzaakt door technologie.” We leven in een world of too much.

lees meer
Wat zaai je?
Geloof
Wat zaai je?

Wie ben je? Wat doe je? Voor veel mensen zijn dat prettige vragen. Ze hebben meteen van alles te vertellen over wie ze zijn en wat ze doen. Meestal zijn ze er zelfs een beetje trots op. Dit ben ik. Dit doe ik. Maar er zijn ook heel veel mensen die deze vragen lastig vinden. Bijvoorbeeld omdat je voelt dat er een norm is: je moet wel interessánt zijn of interessante dingen doen – en jij hebt in dat opzicht niet zoveel te vertellen.

lees meer
Eerst doen dan denken
Geloof
Eerst doen dan denken

De eigenaren gaven in één klap 600 miljoen euro weg. Gevalletje eerst doen dan denken? Nou, hier was toch ook echt goed over nagedacht. AFAS is eigendom van twee families en al jaren zeer winstgevend. De families hebben allebei een goede doelen stichting. Dat de founding fathers in de top 500 van de Quote staan, is niet omdat ze het geld op de plank hebben liggen. De meeste waarde zit in aandelen, dus in het bedrijf zelf.

lees meer